Iedereen kent het idee dat de voorwielbesturing er meestal voor zorgt dat de auto in bochten en scherpe bochten van de weg stuurt. Slechts weinigen zijn zich echter bewust van de feiten, die verklaren waarom de auto alleen met de voorwielen stuurt en niet met de achterwielen.
Hier volgt een lijst van de vier belangrijkste redenen, die het draaien van de voorwielen rechtvaardigen terwijl de auto stuurt.
De technologische vooruitgang in het stuursysteem heeft moderne voertuigen de mogelijkheid gegeven om 4×4 wielen te draaien. Ongeacht de wielaandrijving die in een auto is geïnstalleerd, is de voorwielbesturing echter de gebruikelijke standaard in industrieën. Dus laten we zonder verder oponthoud de redenen bekijken.
Er zijn hoofdzakelijk twee soorten krachten die de beweging van het wiel beïnvloeden, namelijk mechanisch en pneumatisch spoor.
Het mechanische spoor hier is het verschil tussen het daadwerkelijke contactvlak (een ontmoetingspunt van band en weg) en de stuuras. Aan de andere kant is het luchtspoor het contactgebied tussen de weg en de band.
Dus wanneer de wielen draaien, wordt de zelfoprichtende kracht die door het mechanische spoor wordt geleverd, gebalanceerd samen met het koppel dat door een ander spoor wordt geproduceerd. En het is dit evenwicht dat ervoor zorgt dat beide wielen op de juiste plaats terugkeren
Met de achterwielaandrijving werken deze krachten echter niet.
Ten tweede beschermt de voorwielbesturing de auto tegen wegdrijven. Want als een auto met voorwielaandrijving op hoge snelheid een scherpe bocht neemt, bewegen de achterwielen niet in tegengestelde richting. Met andere woorden, het voorkomt dat het koppel dat in de achterbanden wordt geproduceerd, tegen het koppel in de voorwielen ingaat.
Ten slotte, wat zorgt voor een stabiele en comfortabele rit omdat de auto in dezelfde richting beweegt, zijn de wielen uitgelijnd.
MEER BEKIJKEN:
Zoals eerder besproken, stuurt het voorwielsysteem de achterwielen in dezelfde richting als de auto bedoeld is te bewegen. Dit zorgt dus voor richtingsstabiliteit aan beide uiteinden (zowel voor als achter), wat op zijn beurt de auto beschermt tegen botsingen met het voertuig aan de achterzijde.
Als de auto met de achterwielen stuurt, kan er een ongeluk gebeuren.
Terwijl de wielen tegen het oppervlak duwen en draaien, hebben ze meer kans om versleten te raken. Maar in vergelijking met de achterwielbesturing zorgt de voorwielaandrijving ervoor dat loopvlakken op wielen langzaam slijten.
Door deze essentiële rijtips te krijgen, kunt u nu misschien begrijpen waarom autofabrikanten de voorkeur geven aan een voorwielstuursysteem boven achterwielen. Vraag daarom de volgende keer dat u een auto koopt naar deze functie.